Het aantal gemelde fietsendiefstallen in Zuid-Holland is vorig jaar gestegen naar 18.745. Dat is 12,5 procent meer dan het jaar ervoor en zelfs 22,6 procent hoger dan pre-coronajaar 2019. Dat blijkt uit onderzoek van Independer op basis van data van de politie en het CBS.

Het aantal fietsendiefstallen is binnen Zuid-Holland het sterkst toegenomen in Zoeterwoude. Hier was vorig jaar een ruime verdrievoudiging van fietsendiefstallen: 250 procent meer dan in 2022. Ook in Hardinxveld-Giessendam (+133,3 procent) en Krimpenerwaard (+83,3 procent) werden in 2023 veel meer fietsen gestolen dan een jaar eerder. 

Niet overal in Zuid-Holland steeg het aantal fietsendiefstallen: in elf gemeenten was juist een daling, waaronder in Katwijk, Wassenaar en Vlaardingen. In Lisse nam het aantal geregistreerde incidenten het sterkst af met 36,4 procent.

Den Haag

Vooral in Rotterdam sloegen criminelen vorig jaar vaak hun slag (4.755 fietsendiefstallen). De gemeente is zelfs goed voor een kwart van alle fietsendiefstallen in de provincie. Andere Zuid-Hollandse gemeenten met veel diefstallen zijn Den Haag (4.450) en Delft (1.185).

“Het aantal fietsdiefstallen ligt waarschijnlijk nog hoger, omdat niet iedereen aangifte doet”, zegt Michel Ypma van Independer. "Bij elektrische fietsen is het wel verplicht om bij de politie de diefstal te melden als je aanspraak wilt maken op een vergoeding van de verzekering. Het aantal elektrische fietsen is toegenomen en dit kan ook een deel van de stijging van de aangiftes verklaren."